Kinderpraat


Iris
Lente 2013
Oté (oké)
Tooop! (stop)
Mout (havermout)
Denni bedtijd
Aa maa (ga maar)
koekie (koekje)
Papapu (paraplu)

Dennis
Lente 2013
Mijn oren moeten vol 'oorvet' zitten, dan hoor ik Iris niet en kan ik slapen.

Winter 2012
- Mama, mag ik met de step naar school?
- Nee, je was gestraft.
- Ah.

Ben ik nu een stoere kegel?

'figuurtje' (vieruurtje)

Mijn voeten hebben een verkoudheid. Dat noemt zo als je lang in de sneeuw speelt.

Herfst 2012
Dennis gaat bij zijn meter spelen. Ze spelen een spel. Meter: wie het hoogste gooit (met de dobbelsteen) mag beginnen. Dennis gooit de dobbelsteen omhoog 'was het zo hoog genoeg meter?

'Ik knikker nee'

Dennis tegen oma: Oma, ga jij ondertussen weg, want je babbelt zoveel.

Piraten hebben geen pijn, want die hebben een boot.

Zomer 2012
vensterwasman (glazenwasser)

Lente 2012
Tijdens het eten van de petit gervais-ijsjes: Dat is een beetje zoetig, hè mama

Vake: Dat is versleten.
Dennis: Ja hè, vake. Dat is besch*ten.

Kleermakertjeszit


Laat mij in uw huisje komen, 'k zal u niet dankbaar zijn. (kinderliedje: in het bos daar staat een huisje)

Ik moet bijna vergeven. (overgeven)

min en klus (plus)

Winter 2011
Oma legt uit dat bij een rood, rond bord met een platte witte streep de auto's niet door mogen rijden.
Dennis vraagt: Maar zo *maakt slalombeweging met zijn hand* wel?


Ik heb nog een klein hongertje in mijn buik.


Liefstestiften (lippenstiften)

Ik wist niet dat ik u zocht (ik wist niet waar je was)


Vleestanden (tandvlees)

Herfst 2011
Ge moet hem wel voorzichtig pijn doen hè.

Missiem (misschien)

Waar is mijn klop? (mijn hamer)

Zomer 2011
Cajejojien (Caroline, onze buurvrouw)

Manenoseis (mayonaise)

Dennis: Wat is verliefd?
Mama: Als ge iemand graag ziet.
Dennis: Ik zie u graag. Ik ben verliefd op u.

Dennis: Ik zeg 'de Wimmen' (Wim, onze buurman)
Mama: Ja, ik weet het.
Dennis: Ik weet het ook.

Mama: Dennis, de venster niet zo ver open want Iris heeft een verstopte neus.
Dennis: Ik zal eens kijken (loopt naar haar park)... Ah, nee.
Mama: Wat 'ah, nee'?
Dennis: Ik zie een neus.

Papa: Ik heb u gemist.
Dennis: Ik ben hier toch.

Papa: gij zijt een beetje zot.
Dennis: Ik wil niet zot zijn.

Mama: Jij mag eens aan papa zijn arm gaan wiebelen en zeggen 'opstaan, papa'.
Dennis: Da's weldig hè. (geweldig)

Waawom?

Dennis telt: 1, 2, 3, 5, 6, 9, 10, 0

Lente 2011

Dennis gaat buiten staan en roept, met zijn handen naast zijn mond, 'Hallo!!'
Teleurgesteld draait hij zich om en zegt 'geen woord' (geen antwoord).

Oh, micromen (microben)

Contefijuu (confituur)

Dennis luisterde niet en zijn oma zei: 'Kijk naar mij'.
Dennis doet zijn handen voor zijn ogen en zegt heel onschuldig: 'Zie niets'.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...